CV voorbeeld Ambtenaar

Begin je cv als ambtenaar met je personalia. Vermeld volledige naam, adres, e-mailadres, geboortedatum en plaats van geboorte. Bij ambtenarenfuncties kan nauwkeurigheid belangrijk zijn: zorg voor correcte persoonlijke gegevens. Voeg een formele foto toe als dat past bij de functie.

• Naam: Vul hier je volledige naam in.
• Adres: Jouw straatnaam en huisnummer.
• E-mail: Gebruik een professioneel e-mailadres.
• Geboortedatum: In dag-maand-jaar formaat.
• Geboorteplaats: Vermeld je geboorteplaats (optioneel).
• Geslacht: Niet verplicht, maar kan eventueel genoemd worden.
• Rijbewijs: Het rijbewijs dat je eventueel bezit (bijvoorbeeld: B).

Schets in een korte alinea jouw kwaliteiten als ambtenaar. Benadruk je betrouwbaarheid, klantgerichtheid, organisatorisch vermogen, ervaring met overheidsprocessen en eventuele specialisatie zoals beleidsontwikkeling.

Licht je relevante banen toe. Vermeld functietitel, overheidsorganisatie, plaats en periodes. Omschrijf je taken; denk aan beleidsontwikkeling, contact met burgers, het verbeteren van dienstverlening of digitalisering. Gebruik enkele bullets voor duidelijkheid.

Noem stages die bij de overheid of in de publieke sector zijn gelopen. Geef je taken weer, bijvoorbeeld ondersteuning administratie of beleidsprojecten.

Som relevante opleidingen op zoals MBO Administratie of HBO Bestuurskunde. Voeg belangrijke cursussen of trainingen toe die aansluiten bij ambtenarenwerk, bijvoorbeeld training klantgericht werken of beleidsvorming.

Vermeld behaalde certificaten, bijvoorbeeld “Certificaat Klantgericht werken” of “Certificaat Beleidsmedewerker Publiekszaken”. Omschrijf kort de relevantie voor het vakgebied.

Benoem vaardigheden zoals informatiebeheer, beleidsontwikkeling, communicatie, klantgerichtheid, organisatievermogen. Geef eventueel een indicatie van je niveau per vaardigheid.

Geef duidelijk aan welke talen je beheerst en op welk niveau. Voor een ambtenaar is vaak vereist dat je het Nederlands op moedertaalniveau beheerst en bijvoorbeeld Engels goed of zeer goed spreekt. Gebruik alleen de volgende niveaus: moedertaal, zeer goed, goed, redelijk, beginner.

Noem een paar hobby’s die iets zeggen over wie jij bent buiten het werk, bijvoorbeeld natuurwandelingen, vissen of het lezen van geschiedenisboeken. Houd het kort en relevant.